Een geldsom die, naar aanleiding van een verkoopbelofte (bv. voor de verkoop van een woning), door de koper aan de verkoper wordt gegeven.
Het handgeld mag niet in verwarring worden gebracht met het voorschot, daar het handgeld de partijen nog vrij veel vrijheid biedt. Bij het voorschot zijn de partijen al gebonden tot de uitvoering van de overeenkomst en heeft het voorschot enkel een vergoedend karakter, in afwachting van de betaling van de hoofdsom. Wel wordt het handgeld vaak als voorschot verrekend, indien er uiteindelijk een koopovereenkomst tot stand komt.
Zowel de koper als de verkoper hebben de vrijheid om zich terug te trekken. Indien de koper dat doet, verliest hij het handgeld en mag de potentiële verkoper het handgeld houden. Indien de verkoper daarentegen beslist om niet te verkopen, moet de verkoper niet enkel het handgeld teruggeven maar het dubbele daarvan.
Het handgeld is dan ook vooral voordelig voor de koper die enerzijds nog van veel vrijheid geniet, maar anderzijds toch vrijwel zeker is dat de verkoper aan hem zal verkopen. Toch is het ook voor de verkoper interessanter dan een eenvoudige verkoopbelofte, waarbij hij enkel afhankelijk is van de goodwill van de koper.