Ab intestat is een term die fiscalisten en notarissen gebruiken voor de gevallen waarbij een overledene geen testament heeft opgesteld. In dergelijke gevallen spreken we van de wettelijke erfopvolging.

Hierbij kent men vier orden van bloedverwantschap, namelijk:

  • Eerste orde: afstammelingen van de overledene, zoals kinderen en kleinkinderen
  • Tweede orde: ouders van de overledene, samen met zussen, broers en hun afstammelingen
  • Derde orde: de grootouders en de overgrootouders van de overledene
  • Vierde orde: (groot)ooms, (groot)tantes, neven en nichten van de overledene.

Hierbij sluit de hogere orde steeds de lagere orde uit. Indien de overledene bijvoorbeeld kleinkinderen heeft, zullen bij de wettelijke erfopvolging de broers en zussen niets erven. Heeft de overledene echter geen afstammelingen, dan sluiten de broers en zussen de neven en nichten uit. Potentiële erfgenamen binnen een orde kunnen elkaar echter ook uitsluiten in functie van de graad van verwantschap.

Overigens heeft de wettelijk samenwonende partner een bijzonder statuut in dit verhaal. Zo erft de weduwnaar of weduwe minimaal 50% van het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad, tenzij een huwelijkscontract of testament (wat bij wettelijke erfopvolging niet het geval is) anders voorziet.