Wie gaat beleggen in vastgoed, maakt meestal zijn pand verhuurklaar en biedt het vervolgens aan op de huurmarkt. Daarmee zet je in op twee types van opbrengsten: je hoopt op een voortdurende verhuur en int dus huuropbrengsten maar bij een uiteindelijke verkoop verwacht je ook dat de verkoopprijs hoger ligt dan de aankoopprijs. Toch zetten beleggers in vastgoed meer in op de huuropbrengsten dan op de meerwaarde. Waarom?
Tot voor kort schrikten de hoge woningprijzen jongeren vaak af. Ze kozen dan maar voor de betaalbare huurmarkt. Dit is, onder impuls van de historisch lage rentevoeten, al een beetje achterhaald. De betaalbaarheid van een woning is erop vooruitgegaan nu geld lenen goedkoper is geworden. Of dit een goede zaak is, daarover lopen de meningen uiteen. In elk geval zit de koopmarkt in een hausse. Maar de invloed op de huurmarkt is niet onmiddellijk merkbaar.
De huuropbrengsten zijn voor heel wat beleggers in vastgoed dé reden om te starten met hun belegging. Voor verhuurders is het immers belangrijk om op regelmatige tijdstippen inkomsten te hebben. Die kunnen ze dan gebruiken om te investeren in het huidige pand of zelfs voor de aankoop van nieuwe panden. Logisch ook, want van het geld van de huurinkomsten zijn ze zeker en kunnen ze nu al genieten. De meerwaarde van vastgoed is altijd wat koffiedik kijken. Bovendien is het moeilijk in te schatten wanneer het een goed moment is om je vastgoed van de hand te doen. Die ietwat speculatieve aard is beleggers in vastgoed soms wat vreemd. Zekerheid is dus een belangrijke reden om de huuropbrengsten te verkiezen boven de eventuele meerwaarde.
Bestand tegen de inflatie
De huurprijzen kunnen zich ook staande houden tegenover de inflatoire krachten. De inflatie, berekend op de gezondheidsindex, die op zijn beurt de basis is voor de huurprijzen, bepaalt alles. Huurprijzen kunnen dus aangepast worden volgens de kostprijs van het leven. En dit elk jaar opnieuw. Dit is uiteraard een aspect dat heel wat verhuurders uitstekend bevalt. Behalve wanneer de indexatie expliciet uitgesloten wordt in het contract is er dus een rechtstreeks verband tussen de kosten van het levensonderhoud en de huurprijs van een pand. Met een inflatie van meer dan 2 procent is dit mechanisme meer dan welgekomen voor verhuurders van vastgoed, dat zie je zo!
Niet enkel residentieel vastgoed kan leuke perspectieven bieden voor beleggers in vastgoed. Ook nichemarkten zoals de aankoop van garageboxen, studentenkoten of serviceflats halen leuke rendementen. Net zoals het residentiële vastgoed haal je op gezette tijdstippen huuropbrengsten binnen die opnieuw kan investeren. Aan het einde van de rit is er ook die meerwaarde op je vastgoed. Wie zijn rendement nu al wil berekenen, schat dit best realistisch in aan 2 à 3 procent per jaar. Over de laatste 50 jaar was het rendement voor bijvoorbeeld appartementen 6,7% per jaar. In het huidige economische klimaat is dit niet langer een haalbare return.