Met je kinderen praten over geld is de eerste stap in de financiële bewustwording van kinderen. En daar slagen wij Vlamingen aardig in. In 94% van de Vlaamse huisgezinnen wordt met de kinderen over geld gesproken. Dat blijkt uit een enquête, uitgevoerd in opdracht van de De Tijd, de VRT en Wikifin. Maar open spreken over ons loon, dat blijkt nog wat stroef te verlopen.
Jongeren die op jonge leeftijd geleerd worden om te gaan met geld, die lopen minder risico om in financiële moeilijkheden te komen. Een duidelijke financiële opvoeding is dan ook veel belangrijker dan we zouden denken. Dat hebben de Vlaamse gezinnen goed begrepen want op enkele uitzonderingen na, komt het onderwerp ‘geld’ vroeg op laat op de agenda. En toch laten ouders niet altijd het achterste van hun tong zien aan hun kinderen.
Vooral het praten over het eigen loon, ligt vaak nog wat moeilijk. Zes op de tien jongeren hebben geen flauw benul van wat hun ouders verdienen, om de simpele reden dat zij het hen niet zeggen. 33% kreeg wel ooit inkijk in de verloning van hun vader en moeder. Hoe ouder kinderen worden, hoe groter de kans dat het er ooit al over ging aan de keukentafel.
Volgens de bevraging krijgen 2 op de 3 kinderen zakgeld. Voor de 10 tot 14-jarigen schommelt dit tussen de 5 en de 39 euro per maand. Voor de 15 tot 19-jarigen stijgt dit al naar 20 à 100 euro per maand. De meeste kinderen mogen vrij kiezen waaraan ze hun zakcenten spenderen. Vaak gaat het naar een hobby of kopen ze er eten mee. Ook de voor de smartphone en belwaarde wordt wel eens wat ruimte gemaakt in de prille boekhouding.
Sparen laten ze deels aan hun ouders over, want meer dan drie kwart van de ouders zet sowieso geld opzij voor de kinderen. 42% van de ondervraagden spaart gemiddeld tussen de 20 en de 100 euro per maand voor hun kroost. Amper 3 procent zegt te sparen voor de aankoop van vastgoed of aandelen voor de jongeren. Eén op de vier ouders sparen niet speciaal voor de kinderen ofwel omdat de ruimte er niet is ofwel omdat ze hen wel wat zullen geven als ze het nodig hebben.
Dé grootste stap naar financiële verantwoordelijkheid is misschien wel de bankkaart. Tussen de leeftijd van 14 en 15 jaar heeft nagenoeg de helft van de jongeren een eigen betaalkaart. Opvallend is dat het tot 22 jaar duurt voor iedereen een betaalkaart heeft. Op 18-jarige leeftijd, toch een leeftijd waarop je al heel wat mag doen wettelijk gesproken, heeft 8% nog geen bankkaart.
(Bron: deredactie.be, De Tijd, Wikifin)
