Beleggen is een duursport. De beste sprinters houden dit niet vol; de eerste meters (lees: maanden) zijn ze actief bezig met het hedgen van de portefeuille en nemen ze voorsprong op de lange termijn belegger die lang in de beurstempel wil zitten. Zelf ben ik ook begonnen met het hedgen van mijn portefeuille en verkocht ik snel mijn winnaars die na verkoop verder opliepen. Dan komt de frustratie naar boven dat je ze liever had gehouden.
Ons menselijk instinct volgt logischer wijze en koopt op hogere koersen. Daarom is het belangrijk om te bepalen hoe lang je op de achtbaan wil zitten. Ben je na één ritje al uitgeteld, dan laat je het beheer van de aandelenportefeuille best over aan een private banker of een vermogensbeheerder. Hierdoor dien je wel te beseffen dat je je portefeuille niet meer zelf actief beheert. Voor velen is dat een pluspunt, anderen hebben liever nog direct contact met hun portefeuille. Om goed risk management toe te passen, is het aangewezen om een plan op te stellen hoe lang je geld kan missen. Dat is de belangrijkste voorwaarde om te beleggen: beleg met geld dat je minstens 5 jaar tot oneindig kan missen. Zeker niet met geleend beleggen, dat is uit den boze en dan vooral als alles goed gaat en je veel winst boekt met dat geleend geld. We worden overmoedig – dat is voor mensen een inherente eigenschap – en denken dat we verdere topresultaten zullen behalen. Sommigen gaan dan zelfs verder en lenen nog meer geld bij tot ze alles verliezen en nog de interest moeten betalen. Veel mensen veronderstellen dat dit nauwelijks voorkomt. Toch wel en het heeft vooral in het verleden wel degelijk een sinistere kant gekend. Het bekendste voorbeeld was het Ieperse Lernout & Hauspie. Mensen verkochten hun ganse inboedel om aandelen te kunnen kopen van de maker van spreektechnologie. In het begin ging het Lernout en Hauspie allemaal voor de wind. Maar dan werd er steeds meer Amerikaanse kritiek op L&H afgevuurd: de marges zouden veel mooier voorgesteld worden dan de realiteit. Het aandeel werd geschrapt na een onderzoek van de Amerikaanse beurswaakhond. Een vicieuze cirkel van kelderende koersen volgde. Velen bestempelden het aandeel nog steeds als goedkoop na berichten dat het management alles omschreef als een middel op een Vlaamse trots ten gronde te richten. En wat doen beleggers als ze iets goedkoop achten? Juist, kopen! Menig beleggers/speculanten (in dit geval mogen we spreken over speculanten) gingen over tot dezelfde actie: kopen. Rijen lang aanschuiven bij de bank om de orders door te geven of om te lenen – en daar gaat het over in dit hoofdstuk – om die gouden kansen te pakken te krijgen. Helaas werd de Vlaamse jongedame als een oud kranig vrouwtje failliet verklaard. Sindsdien werd de lijst van pessimistische uitlatingen over beleggen nog langer én het zou daar niet bij blijven. Door het financiële debacle van 2008-2009 gingen overheden/banken strenger gaan reguleren. In China echter was dit niet het geval en leende men aan de lopende band om te kunnen beleggen. De beurs kende hoogtes en dat was een ideaal uitstapmoment voor de institutionele beleggers. De kleine garnaal bleef met zijn grote put achter.
Lees meer: Hoe volg ik mijn aandelenportefeuille op?
Het is niet het enige trieste verhaal dat ervoor gezorgd dat veel spaarders hun vertrouwen in de beurs op de lange termijn verloren hebben. Feit is wel dat nog steeds weinigen zich wagen aan het ‘beursspel’. Want dat is precies hoe velen de beurs afschilderen: een tempel van spijt waar je altijd verliest.
Dat klopt helemaal niet met de visie die we als lange termijn beleggers zouden moeten hebben. Het staat wel als een paal boven water dat beleggen op langere termijn en in gespreide aandelen/sectoren de risico’s op verliezen drastisch geëlimineerd worden, dé conditio sine qua non die hieraan vasthangt, blijft echter wel dezelfde: stel een succesvolle en veilige beleggingsstrategie voor jezelf op. Alleen zo zal je alles beter onder controle hebben en kan je situaties zo veel mogelijk emotieloos inschatten. Termijn/horizon speelt daar een belangrijke rol in. Iemand die geen geld kan missen, kan gewoonweg niet beleggen, omdat hij/zij gedreven is door emoties en constant met het gevoel speelt ‘ik mag niet verliezen, want ik kan het geld niet lang missen’. Door die ‘beursstress’ bega je zware fouten. Juist omdat je niet relaxed je aandelen kan onderzoeken. Alles moet op dat moment meezitten en er zijn maar weinigen die de Heilige Beursgraal vinden én kunnen vasthouden voor een lange termijn. Om je wat meer inzicht te geven in wat ik bedoel met die termijnen, heb ik een overzichtje gemaakt over hoe ik beleggen zie. De termijn staat voor de periode waarin de belegger koopt en weer dezelfde producten verkoopt.
Dit dient wel genuanceerd te worden. Een aandeel dat al veel gestegen is sinds bijvoorbeeld een crisis en te zwaar doorweegt in de portefeuille, moet soms (gedeeltelijk) verkocht worden. Dan nog ligt er een duidelijke grens tussen buy-and-hold en lange termijn belegger. Die eerste koopt gewoon aandelen bij en bij om nog meer dividenden te kunnen genereren.
Maar het moge wel duidelijk zijn dat hoe langer je kan beleggen, des te minder risico’s je loopt. Je zal ook minder snel panikeren of verkopen, aangezien een korte-termijnbelegger gewoonweg constant signalen op zich afgevuurd krijgt. Dat laatste is voor velen soms niet duidelijk. Hij krijgt toch evenveel signalen als ik? Ja en nee. De trader zal zich meer baseren op de grotere bedragen om kleine winsten te boeken die later groeien. Maar het verschil zit in de soort analyse. Een trader kijkt meer naar de grafiek; de toestand van een bedrijf interesseert hem niet, want het geldt toch maar voor een dag/week (tenzij hij speculeert op de bedrijfsresultaten). Een lange termijn belegger focust op de kwaliteiten van een bedrijf en leest de jaarverslagen/kwartaalupdates (verderop in dit boek meer daarover).
Lees meer: Het belang van psychologie en discipline bij het beleggen
Om de risico’s van het kiezen van een aandeel te vermijden, kiezen traders voor indices zoals de DAX-30 uit Duitsland. Deze index is vrij cyclisch getint en hiermee haal je de 30 belangrijkste bedrijven uit Duitsland (in theorie) binnen. Ook voor lange termijn beleggers is dit een optie om de risico’s verder te verminderen en dit in de vorm van andere producten (ETF’s, turbo’s met ultralage hefbomen…). Dat even terzijde.
Dat kan echter negatief uitpakken, aangezien je dan te weinig doet aan screening. Niet alle bedrijven uit de DAX-30 worden als even aantrekkelijk gezien. Voor stockpickers (beleggers die alle jaarverslagen uitpluizen, zoals ik) vormt dit een barrière. Ze kunnen niet investeren in bijvoorbeeld mid- of smallcaps, omdat die niet aan bepaalde criteria voldoen om deel te mogen uitmaken van een sterindex. Kortom: voor iedere horizon zijn er verschillende producten die het mogelijk maken om te beleggen/speculeren (voor zij die speculeren een beter woord vinden voor beleggen op (ultra)korte termijn).
Om je horizon te vergroten, leg je best een beleggingspotje aan om iedere maand/ieder kwartaal/ieder jaar in te kunnen stappen. Hiermee doe je mee aan een vermogensopbouw van de lange adem. Periodiek beleggen heet deze strategie. Ze is erg succesvol voor diegene die lang wil blijven beleggen en zich houdt aan de regels. De regels zijn de volgende: koop steeds op een vast tijdstip en met evenveel geld.
Koop steeds op een vast tijdstip is een regel die we snel kunnen overtreden. We kopen namelijk altijd als het stijgt en voelen ons opgejaagd. Een crashende beurs nodigt niet uit om te kopen, omdat er voortdurend pessimisme wordt afgeschoten op beleggers via de media. Eerlijk gezegd: ik heb er vaak een hekel aan hoe media bedrijven de dieperik of de hemel in prijzen. Het geeft je een subjectievere kijk op de situatie en wij willen de objectiefste kijk op de zaken. Daarom zorgt een vast tijdstip voor één belangrijke voordeel: je koopt gedisciplineerd op vaste momenten met als gevolg dat je bij een dure beurs relatief weinig aandelen kan kopen of bij een dalende beurs juist veel aandelen. Wat als de beurs dan stijgt en je niet kan kopen op een correctie, maar er een enorme crash zich voordoet? Tja, dan duurt het een tijdje vooraleer je winst boekt. Dat is een bijkomend voordeel van deze strategie: je boekt mooie returns zelfs al ben je op de top ingestapt.
Kopen met evenveel geld is ook een voorwaarde. Bedrijven waarin we hard geloven, krijgen van ons meer aandacht en dus gaan we er meer geld in stoppen. Alleen als alles meezit, is dit een succesvolle strategie. Maar helaas zorgt dit voor een schok in je gewichtsverdeling. Een aandeel/sector te veel gewicht toekennen, zorgt ervoor dat alles moet afhangen van dat aandeel/sector. Net zoals er in de grondstoffensector periodes zijn van stijgende markten en dalende markten, zal je portefeuille mee fluctueren, als je zwaar hebt ingezet op deze sectoren. Vergelijken met benchmarks (zoals Bel-20, DAX-30) is dan helemaal uit de context getrokken, omdat die indexen ook geen overgewicht hebben aan een bepaalde sector (dat is wel in 2007 anders geweest).
Een ander type belegger dat in het lijstje voorkomt, is de dividendbelegger. Ik plaatste hem in de voorlaatste categorie, omdat ook deze belegger mikt op langetermijnreturns. Belangrijkste verschil daarbij is dat een dividendbelegger focust op één categorie aandelen: dividendaandelen. Die categorie zal ik net zoals andere aandelensoorten bespreken, elk met hun plus-en minpunten. Het belangrijkste doel – dit geef ik u nu al mee – is het genereren van recurrente (terugkomende) inkomsten die weer worden herbelegd in nieuwe (dividend)aandelen. Je kan het zien als een mooie aanvulling voor de portefeuille, maar ook hier geldt: op de beurs doen er zich trends voor en om die gedeeltelijk te volgen (ze helemaal volgen is not done, want dan hangt alles af van die ene ‘hype’) neem je best verschillende strategieën op in je portefeuille.
Lees meer: Welk type dividend is voor jou?
Bij dividendaandelen hangt vaak een belangrijk element vast: timing. Een aandeel dat nu relatief gezien weinig dividend geeft, doet dat nu wel wanneer je op een veel lager niveau bent ingestapt. Je procentuele dividend is gewoonweg veel hoger. Belangrijk om daaraan te toe voegen: op het moment dat je die aandelen kocht om ze ellenlange perioden vast te houden, profileer je je nog altijd als een buy-and-holder en niet als een dividendbelegger. Een buy-and-holder kan vrijwel alles kopen wat in zijn kraam past, maar een dividendbelegger kan dit niet: niet alle aandelen geven dividenduitkeringen.